3.4 Glaslatten en neuslatten bevestigen
Na het aanbrengen van de stelblokjes bevestig je de glaslat in de bovendorpel. Druk de glaslat met enige druk tegen het glas en bevestig de glaslat aan het kozijn met een nagel of bolkopschroef.
De neuslat voorzie je aan de onderzijde van afstandhouders. In plaats hiervan kan je ook de afstandhouders voor de neuslatten op de onder- of tussendorpel plaatsen (ter plaatse van de schroefgaten). Zo komt de lucht in de omtrekspeling rondom het glas in direct contact met de buitenlucht. De lucht in de omtrekspeling wordt dan geventileerd.
Vervolgens plaats je de neuslat tegen het glas en schroef je de neuslat vast.
Hierna bevestig je de verticale glaslatten aan de stijlen van het kozijn. De glaslatten sluit je boven strak aan tegen de glaslat in de bovendorpel. Tussen de verticale glaslat en de neuslat is er een ruimte van circa 4 mm. Deze ruimte moet je later dichtkitten.
Afstandhouder onder de neuslat.

Voorschriften bevestiging glas- en neuslatten
Gebruik nagels en schroeven van roestvast staal.
In onderstaande tabel zie je de eisen voor het bevestigen van glas- en neuslatten.
Overzicht bevestiging glaslatten |
||||
---|---|---|---|---|
Bevestigingsmiddel |
Minimale dikte |
Minimale hechtlengte in het hout* |
Eindafstand |
Tussenafstand max. h.o.h. |
Nagel |
1,8 mm |
21 mm |
50 mm |
150 mm |
Schroef |
3,5 mm |
15 mm |
50 mm |
200 mm |
Overzicht bevestiging neuslatten |
||||
---|---|---|---|---|
Bevestigingsmiddel |
Minimale dikte |
Minimale hechtlengte in het hout* |
Eindafstand |
Tussenafstand max. h.o.h. |
Nagel |
1,8 mm |
21 mm |
50 mm |
150 mm |
Bolkopschroef |
4,0 mm |
20 mm |
50 mm |
300 mm |
Speciale voorziening in glaslat bij bovendorpel
De bovendorpel van een kozijn is meestal voorzien van een waterhol. Zo wordt water dat langs de gevel druipt weggehouden van het glas. Bij een ondiepe sponning is er te weinig ruimte om een waterhol op te nemen. In zo’n situatie is de horizontale glaslat voorzien van een sponning van 4 x 4 mm. Deze sponning moet je later dichtkitten.
Kitsponning in de glaslat bij de bovendorpel bij het ontbreken van een waterhol.