3.5 Pan­lat­ten en ten­gels

Besteed bij het aanbrengen van panlatten aandacht aan:

  • het evenwijdig plaatsen van de panlatten;
  • het lassen van de panlatten: breng voor een goede bevestiging onder de las een extra stukje panlat over minimaal twee tengels aan;

De afmetingen en de h.o.h.-afstanden van de tengels en de panlatten zijn afhankelijk van:

  • de opbouw van het onderliggende dakelement;
  • de keuze van de afmetingen van de panlatten.

Panlatten

Aan panlatten worden de volgende eisen gesteld:

  • panlatten moeten aan de naar boven gekeerde zijde scherpkantig zijn;
  • de afmeting van panlatten is minimaal 22 x 32 mm;
  • de panlatten moeten over meer dan twee steunpunten lopen;
  • bij een h.o.h. afstand van daktengels > 650 mm moeten de afmetingen van de panlat worden berekend.

H.o.h afstand tengels

Minimale afmetingen panlat

0-330 mm

22 x 32 mm

331-480 mm

22 x 36 mm

481-520 mm

24 x 36 mm of 22 x 40 mm

521-629 mm

24 x 38 mm of 22 x 40 mm

Tengels

Vrije tengelhoogte: Onder vrije tengelhoogte verstaan we de hoogte tussen bovenkant dakbeschot en/of isolatie en onderkant panlat.

Bij betondakpannen en keramische dakpannen is bij een dakhelling vanaf 25° een vrije tengelhoogte van 10 mm noodzakelijk.

Tussen 15° en 20° is bij betonpannen de vrije tengelhoogte 20 mm.

Voor keramische pannen geldt tussen 15° en 25° een minimale tengelhoogte van 20 mm.

Bij dakhellingen kleiner dan 20° is boven de folie een vrije tengelhoogte van 20 mm nodig.