2.9 Interne kwaliteitsbewaking buitendeuren
Verbindingen
Verbindingen moeten dicht zijn en dicht blijven. Verbindingen in deuren moeten daarom zodanig zijn dat:
- er geen waterdoorslag optreedt;
- ze voldoen aan de sterkte en stijfheidseis;
- geen capillaire naden ontstaan.

De controle van de verbindingen moet plaatsvinden volgens SKH-publicatie 2339 (Lijmen voor niet dragende toepassingen).
Voor de toepassing in buitendeuren moet de duurzaamheid van de lijm naast de omschreven veroudering voldoen aan de volgende eisen:
- geen capillaire naden na een veroudering van 3 cycli of
- een gemiddelde houtbreuk van 80% na een veroudering van 6 cycli.
Bepalingsmethode verbindingen
Van de lijm dient houtsoortspecifiek (van iedere houtsoort) te worden aangetoond dat aan de verouderingstest wordt voldaan. Vervaardiging en uitvoering van de beproeving moet door een onafhankelijk laboratorium als volgt plaatsvinden:
Uit vlak en haaks geschaafd hout met een houtvochtgehalte en een houtkwaliteit overeenkomstig SKH-Publicatie 99-05 moeten 5 proefstukken (zogenaamde T-verbindingen) worden vervaardigd.
Het dorpeldeel is 67 x 67 x 300 mm (b x h x l) en het stijldeel is 90 x 67 x 200 mm (b x h x l). In één van de kopse vlakken van het stijldeel en één van de langsvlakken van het dorpeldeel wordt een gat geboord met een diameter van 14 ± 0,1 mm. Voor het samenstellen van de T-verbinding moet een deuvel worden toegepast die voldoet aan de eisen van BRL 2908. In het geval van loofhout moet een deuvel worden toegepast met een diameter van 14 ± 0,2 mm en in het geval van naaldhout met een diameter van 14,2 ± 2 mm.
Verlijming van het stijldeel op het dorpeldeel moet gebeuren volgens de verwerkingsvoorschriften van de lijmleverancier. Na een uithardingsperiode van minimaal 7 dagen bij een klimaat met een temperatuur van 20 ± 2°C en een relatieve luchtvochtigheid van 65 ± 5% moeten de proefstukken zes keer de volgende verouderingscyclus doorlopen:
- 8 uur bestralen met behulp van IR-lampen (maximale oppervlakte temperatuur 50 ± 5°C, gemeten op een wit oppervlak (kleur; RAL 9010);
- 24 uur besproeien met water (watertemperatuur 15 ± 3 °C);
- 8 uur vriezen (ruimtetemperatuur. -10 ± 2°C);
- 8 uur besproeien met water (watertemperatuur 15 °C± 3°C);
- 16 uur rustperiode (ruimtetemperatuur van 20 ± 2 °C);
- 8 uur bestralen met behulp van IR-lampen (maximale oppervlakte temperatuur 50 ± 5°C, gemeten op een wit oppervlak kleur; RAL 9010);
- 24 uur rustperiode (ruimtetemperatuur 20 ± 2 °C).
Na 3 cycli moeten eventuele visueel waarneembare capillaire naden aan de voor- en achterzijde van het proefstuk die zijn ontstaan tijdens de veroudering worden geregistreerd. Vervolgens moeten na 6 cycli de T-verbindingen met een drukbank worden opengebroken met een snelheid van 10 mm/min zoals in onderstaande figuur schematisch is weergegeven.
Test hoek T- verbinding.
Na het openbreken van de T-verbindingen moet het houtbreukpercentage worden beoordeeld.
Vervorming / scheluwte
Een buitendeur die niet zuiver vlak is maar scheluw, sluit in de gebruiksfase niet goed in de sponningen van het kozijn. Ook moeten buitendeuren eenvoudig te sluiten zijn zonder dat je op de sleutel of draaiknop grote druk moet uitoefenen om de deur sluitend te krijgen. De maximale hoeveelheid scheluwte is vastgelegd in de BRL 0803 voor deuren
Een buitendeur mag, afhankelijk van de stabiliteitsklasse waarin deze is geleverd, volgens onderstaande gegevens krom trekken:
Stabiliteitsklasse |
Kromming of scheluwte |
---|---|
Klasse 0 |
> 8 mm |
Klasse I |
8 mm |
Klasse II |
6 mm |
Klasse III |
4 mm |
Haaksheid
De lengte van de diagonalen van de buitendeur mogen niet meer verschillen dan 1 mm vermeerderd met 0,5 mm/m diagonaallengte of gedeelte daarvan met een maximum van 2 mm.
Voorbeeld:
Een deur van 880 mm breed x 2315 mm.
Diagonaallengte van de deur is de formule a² + b² = c²
Dus: 0,88² +2,315² = 2,48 m x 0,5 mm/m = 1,25 mm afgerond
De maximale afwijking in diagonalen mag zijn 1 mm + 1,25 mm = 2,25 mm.