5.5 Wering van geluid van buiten
Geluid van buiten
De gevel moet lawaai van buiten voldoende weren. Bijvoorbeeld van industrie, wegverkeer, trein- en tramverkeer en luchtvaart. De gevel is onderdeel van de ‘uitwendige scheidingsconstructie’, net als het dak. Daarom geldt voor de wering van geluid van buiten voor de gevel in principe hetzelfde als voor het dak.
Geluidsniveaus.
Eis Bouwbesluit
In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan uitwendige scheidingsconstructies. Deze eisen gelden voor het verblijfsgebied en voor keukens en verkeersruimten die kleiner zijn dan 11 m².
Om te weten of de eis wordt gehaald, worden metingen uitgevoerd die moeten voldoen aan de NEN 5077. De meting vindt plaats door geluidsdrukniveaumeters bij voor-en achtergevel. Tijdens het onderzoek moeten deuren en ramen gesloten te zijn.
De uiteindelijke berekening van de geluidwering wordt bepaald aan de hand van spelen onder andere de volgende aspecten:
- Geluidwering gevel in dB(A)
- Geluidsisolatie gevelconstructie beoordeelde verblijfsruimte in dB(A)
- Inhoud verblijfsruimte (m²)
- Referentienagalmtijd (s)
- Geveloppervlakte verblijfsruimte (m²)
Karakteristieke geluidwering
De prestatiegrootheid voor de geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies is de karakteristieke geluidwering. In de NEN 5077 is de prestatiegrootheid hiervan gedefinieerd en deze is de maat voor de prestatie van de uitwendige scheidingsconstructie. De bescherming van de gebruiker van een gebouw tegen vliegtuig- en verkeerslawaai wordt dus uitgedrukt in het begrip karakteristieke geluidwering. De karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie is dus een maat voor de prestatie van de uitwendige scheidingsconstructie.
Geluidwering
Wanneer aan de gevel een verblijfsgebied grenst, dan stelt het Bouwbesluit eisen aan de geluidswering van die gevel. De benodigde geluidswering wordt bepaald aan de hand van de optredende geluidsbelasting. De geluidssterkte mag voor industrielawaai hoogstens 35 dB zijn, voor weg- en railverkeerlawaai is dit maximaal 33 dB. De geluidswering moet voor verblijfsgebieden altijd minstens 20 dB(A) bedragen; na indeling in verblijfsruimten (VR) is het minimum 18 dB(A).
De geluidswering van de gevel als geheel wordt berekend uit de bijdragen van de afzonderlijke delen zoals het gesloten deel van de gevel, ramen, deuren en roosters. Elk deel heeft zijn eigen geluidsisolatie. Bij bepaling van de geluidsisolatie wordt rekening gehouden met de specifieke frequentieverdeling van de geluidsbron zoals wegverkeer, railverkeer, luchtverkeer of industrie.
De zwakste schakel bepaalt de uiteindelijke geluidswering. Meestal zijn dat de ventilatieroosters. Ventilatieroosters in de gevel zijn geschikt als toevoervoorziening, zolang de gevraagde geluidswering onder 20 tot 25 dB(A) ligt. De geluidswering hangt af van de lengte en geluidsisolatie van het rooster. Met grote lengtes aan rooster wordt een geluidswering van 20 dB(A) niet gehaald. Vanaf een geluidswering van 25 dB(A) zijn suskasten noodzakelijk. Een effectieve geluidswering staat of valt met kierdichting. Iedere naad of kier in een geluidsbelaste gevel is een geluidslek.
Luchtgeluidsisolatie
Luchtgeluidsisolatie is de verhouding tussen opvallend en doorgelaten geluid, uitgedrukt in dB. In principe geldt: hoe zwaarder de constructie, des te beter de geluidsisolatie, waarbij geldt dat hogere frequenties het best worden geabsorbeerd. Met lichte materialen is een goede geluidsisolatie te bereiken door deze met een spouw toe te passen. Beide spouwbladen kunnen op de tussengelegen luchtlaag veren.
Sommige materialen isoleren hoge tonen beter dan lage tonen. Voor isolatie tegen verkeerslawaai is glas uitstekend geschikt omdat het maximaal isoleert bij lagere frequenties van 100 tot 500 Hz.