2.9 Warmte en vocht in constructies
Waterdampconcentratie en relatieve vochtigheid
In de buitenlucht is vocht in de vorm van waterdamp aanwezig. Deze hoeveelheid is betrekkelijk klein, bijvoorbeeld 10 gram per m³ lucht. Er is ook een maximum aan de hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten. Deze is afhankelijk van de temperatuur, zie onderstaande tabel.
|
Maximale waterdampconcentratie c |
|||
|---|---|---|---|
|
θ(°C) |
cmax(g/m³) |
θ(°C) |
cmax(g/m³) |
|
15 |
12,85 |
30 |
30,34 |
|
14 |
12,07 |
29 |
28,73 |
|
13 |
11,35 |
28 |
27,21 |
|
12 |
10,65 |
27 |
25,75 |
|
11 |
10,01 |
26 |
24,36 |
|
10 |
9,45 |
25 |
23,05 |
|
9 |
8,82 |
24 |
21,78 |
|
8 |
8,27 |
23 |
20,55 |
|
7 |
7,76 |
22 |
19,43 |
|
6 |
7,28 |
21 |
18,35 |
|
5 |
6,83 |
20 |
17,28 |
|
4 |
6,40 |
19 |
16,30 |
|
3 |
5,99 |
18 |
15,37 |
|
2 |
5,59 |
17 |
14,47 |
|
1 |
5,21 |
16 |
13,65 |
|
0 |
4,84 |
|
|
|
-1 |
4,48 |
-11 |
1,98 |
|
-2 |
4,14 |
-12 |
1,82 |
|
-3 |
3,82 |
-13 |
1,67 |
|
-4 |
3,53 |
-14 |
1,53 |
|
-5 |
3,26 |
-15 |
1,41 |
|
-6 |
3,01 |
-16 |
1,29 |
|
-7 |
2,77 |
-17 |
1,18 |
|
-8 |
2,55 |
-18 |
1,08 |
|
-9 |
2,34 |
-19 |
0,99 |
|
-10 |
2,15 |
-20 |
0,90 |
Tabel Maximale waterdampconcentratie
De waterdampconcentratie (c) in g/m³ wordt de absolute luchtvochtigheid genoemd. De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding tussen de hoeveelheid waterdamp die werkelijk aanwezig is (c) en de maximale waterdampconcentratie (cmax). Deze verhouding φ, ook wel aangeduid met RV (relatieve vochtigheid), wordt uitgedrukt in procenten.
In formulevorm: φ = c / cmax · 100%
Condensatie en oppervlaktecondensatie
Wanneer er meer waterdamp is dan de lucht kan bevatten, treedt condensatie op. Een gedeelte van het water gaat over van dampvorm (gas) in water (vloeistof). Dit kan gebeuren als de temperatuur afkoelt. In onderstaande grafiek wordt een voorbeeld gegeven. Als de oppervlaktetemperatuur lager is dan de dauwpuntstemperatuur (Td) treedt condensatie op het oppervlak op. Zo is de dauwpuntstemperatuur van lucht van 20 °C met φ = 58% en Td = 11°C.
Oppervlaktecondensatie komt ook voor op koude vlakken zoals tegelwerk en enkel glas en moet worden voorkomen omdat vochtige plekken vervuiling en schimmelvorming bevorderen.
Verband tussen relatieve vochtigheid, luchttemperatuur en waterdampconcentratie.
Inwendige condensatie
Inwendige condensatie moet worden voorkomen omdat de constructie kan gaan rotten, er vorstschade kan ontstaan en de warmteweerstand wordt verminderd. Transport van waterdamp (diffusie) door een constructie vindt plaats onder invloed van verschil in waterdampconcentratie aan weerszijden van de constructie.
Doordat binnenshuis vocht wordt geproduceerd, is daar de waterdampconcentratie altijd hoger dan buiten. Transport van waterdamp vindt dus plaats van binnen naar buiten. Als er in de constructie lagen voorkomen die voor waterdamp slecht doorlatend zijn, kan als de temperatuur ter plaatse laag genoeg is in de constructie, condensatie tegen de laag optreden.
Daarom wordt bijvoorbeeld in gevels van houtskeletbouw een dampremmmende laag opgenomen aan de binnenzijde van de contructie.
Dampremmende laag aan de binnenzijde van de gevelconstructie.