2.2 Be­stek en voor­waar­den

Bestek

Een bestek is de omschrijving van een uit te voeren (bouw)werk, inclusief de van toepassing zijnde administratieve, juridische en technische bepalingen, materialen en uitvoeringsvoorwaarden. Aan het bestek zijn tekeningen gekoppeld, de zogenaamde bestektekeningen die samen met de technische omschrijving de basis vormen van het contract tussen opdrachtgever en aannemer (opdrachtnemer). Een bestek kan een volledige beschrijving, een functionele beschrijving of een prestatiebeschrijving van een werk zijn. In eerste instantie kan een bestek een basis vormen voor prijsvorming.

Het bestek bevat:

  • een algemeen deel met de algemene omschrijving
  • algemene projectgegevens
  • bepalingen over werkzaamheden van derden
  • regelingen over de aanbesteding en inschrijving.

Vervolgens wordt aangegeven welke voorwaarden en voorschriften van toepassing zijn zoals:

  • bepalingen omtrent verzekeringen
  • bepalingen over verrekeningen van wijzigingen en meer- en minderwerk
  • bepalingen over tekeningen
  • berekeningen
  • regelingen omtrent de arbeidsomstandigheden
  • bouwplaatsvoorzieningen

Vervolgens wordt het werk in onderdelen beschreven: de toe te passen materialen met specificaties.

Standaardbestekken

Door de toenemende automatisering waren er eind jaren 90 standaardbestekken ontstaan, geschikt voor verwerking met de computer. Specifiek voor de woningbouw was er het SRW, het standaardbestek voor de woningbouw. Wat later ontstond het SROW, het standaardbestek onderhoud en woningverbetering. Bij gesubsidieerde woningbouw was men verplicht volgens dit standaardbestek te werken. Daarnaast was er de eerste versie het STABU-bestek, het standaardbestek burger- en utiliteitsbouw. Rond 1990 zijn beide samengevoegd tot STABU 2.[2] In 2018 is de Nederlandse besteksystematiek (NBS) geïntroduceerd.

De STABU-besteksystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw bestaat uit hoofdstukken met nummers tussen 00 en 88. Elk hoofdstuk kent paragrafen en subparagrafen. De hoofdstukken 00 tot en met 05 bevatten administratieve/juridische bepalingen. De hoofdstukken 10 tot en met 84 bevatten standaard technische bepalingen en werkbeschrijvingen.

Voorwaarden

De gebruikelijke administratieve basis voor een bestek zijn de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012). Deze is in 2012 bij ministeriële beschikking vastgesteld. Volgens de UAV 2012 wordt onder het bestek verstaan:

  • de beschrijving van het werk
  • de daarbij behorende tekeningen
  • de voor het werk geldende voorwaarden
  • de nota van inlichtingen
  • het proces-verbaal van aanwijzing.

De belangrijkste participanten in het bouwproces zijn: de opdrachtgever, architect, adviseur, onderaannemers, leveranciers en nevenaannemers. De inhoud van de contracten tussen deze participanten wordt in belangrijke mate bepaald door de voorwaarden daarvan. Vaak sluiten partijen contracten af met standaardvoorwaarden. Naast de UAV 2012 zijn er veel andere standaardvoorwaarden in de bouw en ze bevatten vrijwel allemaal een arbitraal beding. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Algemene Voorwaarden voor Aannemingen in het bouwbedrijf 2013 (AVA 2013); de AVA 2013 wordt vooral van toepassing verklaard voor kleinere bouwwerken
  • SR 1997 (Standaardvoorwaarden 1997) regelt de rechtsverhouding tussen de opdrachtgever en architect
  • RVOI 2001 regelt de rechtsverhouding tussen de opdrachtgever en het adviserend ingenieursbureau
  • DNR 2005 regelt de rechtsverhouding tussen de opdrachtgever, architect, ingenieur en adviseur
  • Model Koop-/Aannemingsovereenkomst met bijbehorende Algemene Voorwaarden (Model KA/AV).

Het is belangrijk om de aansprakelijkheid vast te leggen voor gebreken die aan het licht komen zowel vóór als na de oplevering. Vóór de oplevering is de opdrachtgever verantwoordelijk voor:

  • de deugdelijkheid en uitvoerbaarheid van het ontwerp
  • de orders en aanwijzingen die hij geeft
  • de invloed van de bodemgesteldheid op het ontwerp.

In bijzondere gevallen kan de opdrachtgever medeaansprakelijk zijn voor uitvoeringsfouten van de aannemer.

De aannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering:

  • de gekozen uitvoeringsmethode
  • de inzet van personeel en materieel
  • de bouwstoffen die worden gebruikt
  • de onderaannemers die hij inschakelt.

De aansprakelijkheid voor gebreken na de oplevering is geregeld in het aannemingscontract.