1.7 Hoofd­ge­bruik­func­ties en ruimte­be­grip­pen Bouw­be­sluit

Gebruiksfuncties

De functie van een ruimte bepaalt welke bouwtechnische eisen het Bouwbesluit stelt aan de constructies en de ruimte. De verschillende functies worden in het Bouwbesluit aangeduid als gebruiksfuncties. De aanvrager van een omgevingsvergunning geeft zelf aan welke functies de verschillende delen van het gebouw krijgen.

De architect in de woningbouw moet de eisen met betrekking tot de woonfunctie selecteren. Bij het beoordelingsaspect 'geluidsisolatie van een gevel' staat bijvoorbeeld per gebruiksfunctie aangegeven welke isolatie-eisen van toepassing zijn. De bijgebouwen bij een woning, zoals een garage of buitenberging, moeten voldoen aan de eisen voor niet tot de woning behorende bijgebouwen. In het Bouwbesluit zijn deze omschreven als 'bouwwerk geen gebouw zijnde”.

Bij een aanvraag om vergunning voor het bouwen wordt uitgegaan van een bezetting in personen per m² verblijfsgebied, die niet lager is dan in een tabel aangegeven bezetting. Deze tabel kun je vinden via internet: Aansturingstabel 1.2 Bouwbesluit Online.

Hoofdgebruiksfuncties

In het Bouwbesluit zijn in totaal twaalf onderstaande hoofdgebruiksfuncties geformuleerd, zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw.

Hoofdgebruiksfunties

Voorbeelden

Woonfunctie

Eengezinshuis, appartement, woongedeelte van een woonzorgcentrum.

Bijeenkomstfunctie

Eetzaal van restaurant, bijeenkomstruimte van een kerk, caféruimte, ruimte voor het verzorgen van cursussen.

Celfunctie

Cellenblok in een politiebureau, gevangenis of uitzetcentrum.

Gezondheidszorgfunctie

Praktijkruimte van huisarts, operatiekamer, polikliniek in ziekenhuis

Industriefunctie

Lichte industriefunctie zoals tuinbouwkas, keuken van ziekenhuis, droogloods voor hout, en een andere industriefunctie zoals een montagehal in een fabriek.

Kantoorfunctie

Kantoortje bij een winkel, een groep kantoorruimten in een kantoor.

Logiesfunctie

Hotelkamers, vakantiehuisjes

Onderwijsfunctie

Collegezalen van universiteit, leslokalen in scholen.

Sportfunctie

Sporthal en gymzaal.

Winkelfunctie

Winkel, showroom, schoonheidssalon, benzinestation.

Overige gebruiksfunctie

Sanitair gebouw op een kampeerterrein, een wachtlokaal voor passagiers op een busstation, een garage bij een woonfunctie.

Bouwwerk geen gebouw zijnde.

Tunnel, brug, terreinafscheiding, tribune van een niet-overdekt stadion, carport, luifel aan een gebouw.

Ruimtebegrippen Bouwbesluit.
Ruimtebegrippen Bouwbesluit.

Ruimtebegrippen Bouwbesluit

Verblijfsruimte

Een besloten ruimte bestemd voor het verblijven van mensen. Een verblijfsruimte ligt altijd in een verblijfsgebied. Een verblijfsruimte is onder andere een kamer, keuken en kantoorruimte. Een verblijfsruimte heeft een breedte van minimaal 1.8 m.

Verkeersruimte

De ruimte van een bouwwerk bestemd voor het bereiken van een andere, van het bouwwerk deel uitmakende, ruimte. Hieronder wordt onder andere verstaan een gang, hal of overloop.

Verblijfsgebied

Een besloten ruimte die bestaat uit één of meer met elkaar in verbinding staande verkeersruimten op dezelfde bouwlaag gelegen. Het zijn afzonderlijke ruimten anders dan een toilet- of badruimte, gemeenschappelijke verkeersruimte of technische ruimte.

In een verblijfsgebied vinden activiteiten plaats die te maken hebben met de functie van het gebouw, zoals slapen, koken en eten.

Gebruiksoppervlakte

Een oppervlaktemaatstaf die aangeeft welk deel van een gebouw in beginsel geschikt is voor het beoogde gebruik van het gebouw. Deze maatstaf verandert alleen als het gebouw wordt vergroot. Een van de verschillende gebruiksoppervlakte is wonen.

Wonen (= woonoppervlakte)

Woonoppervlakten hebben een duidelijke woonfunctie zoals keuken, woonkamer, hal, , slaapkamers, badkamer. De woonoppervlakte wordt binnenmaats gemeten. Bij schuine daken mag de oppervlakte als woonoppervlakte berekend worden vanaf 1,50 m. hoogte.

Functiegebied

Een gebruiksgebied of een deel daarvan dat bestemd is voor de kenmerkende activiteiten van de gebruiksfunctie. Het is niet bestemd voor het verblijven van mensen, mits het verblijf van korte duur is. Bijvoorbeeld als de ruimte wordt gebruikt voor het opslaan van materialen.

Functieruimte

Een ruimte die in een functiegebied ligt. Is het gebied niet ingedeeld, dan is het gebied tevens een functieruimte. In een functiegebied moet minimaal een functieruimte liggen. Voor functiegebieden en functieruimten gelden geen specifieke daglicht- en afmetingseisen.