1.10 De vrijloophoeken
Hoeken aan de snijgereedschapsnede:
α |
Vrijloophoek aan de tand- of beitelrug |
---|---|
α1 |
Tangentiale vrijloophoek |
α2 |
Radiale vrijloophoek |
β |
Wighoek |
γ |
Spaanhoek |
λ |
As- of spilhoek |
ε |
Profielschuinte |
κ |
Afschuiningshoek |
Vrijloophoeken aan snijgereedschap.
Snijgereedschap heeft diverse vrijloophoeken, dit zijn scheve kanten aan het snijgereedschap, waardoor alleen de punt in aanraking komt met het hout. Als de vrijloophoek van de tand- of beitelrug α te klein wordt zal de achterkant van de beitel het te bewerken materiaal raken. Dan ontstaan brandvlekken op het te bewerken materiaal.
Negatieve vrijloophoek.
Terugvering tijdens het verspanen
Hout heeft door een aantal factoren altijd de neiging om in meer of mindere mate terug te veren tijdens het vespanen. Hoeveel het hout terugveert, is afhankelijk van:
- de houtsoort
- het vochtpercentage van het hout
- de scherpte van de snijkant
- de spaanhoek van het snijgereedschap
Hoe meer het hout terugveert, hoe groter de vrijloophoek moet zijn. Als de vrijloophoek te klein is, ontstaat een verbrand, in elkaar geslagen oppervlak. Bovendien loop je het risico dat het snijgereedschap verbrandt. Ook de aanvoer loopt zeer stug. Een te kleine vrijloophoek wordt vaak veroorzaakt door slijpfouten van de slijperij.
Terugvering van hout tijdens het verspanen.
MDF staat er om bekend dat er een vrijloophoek van 20 - 22° moet worden aangehouden, om wrijving van de achterkant van de beitel te voorkomen.
Als de vrijloophoeken te klein zijn, wordt de wrijving van het snijgereedschap op het hout te groot, met de kans dat het snijgereedschap en het hout verbranden. Ook ontstaat er door de te kleine vrijloophoeken geen mooi glad schaafwerk en zullen de randen van bijvoorbeeld sponningen en groeven er rafelig uitzien.