2.4 Draaigroei
We kennen meer soorten draaigroei, die vooral bij tropische houtsoorten voorkomen. Het hout heeft dan vaak veel tekening aan de oppervlakte en is zeer moeilijk glad te schaven.
Gegolfde houtdraad met een ruw schaafoppervlak ten gevolg.
Hierboven zie je een voorbeeld van gegolfde houtdraad, die in tropische houtsoorten veel voorkomt. Door deze structuur wordt een gedeelte van de vezel met de draad mee en een gedeelte van de vezel tegen de draad in geschaafd. Hierdoor ontstaan ruwe, doffe strepen op de plekken waar de vezel haaks op de houtoppervlakte staat. Dit is vaak kenmerkend voor een bepaalde houtsoort, bijvoorbeeld iroko. Kruisdraadgroei is een kenmerk van deze houtsoort.
Het inspringen bij kruisdraad zie je alleen op het kwartierse vlak (zie tekening). Vaak is schuren de enige oplossing om toch een glad resultaat te krijgen.
Invloed van schaafwerk op de vezelstructuur van hout.
Spanningen
Een ander probleem dat vaak optreedt bij onregelmatige draadgroei in het hout zijn spanningen. De twee delen van het hout dat je bewerkt gaan daardoor naar elkaar toe, of juist van elkaar af.
Zaagsneden trekken dicht, waardoor een cirkelzaag gaat klemmen, dus warm wordt. Of de zaagsneden trekken juist enorm open, waardoor ieder gezaagd deel zijn eigen kant op gaat. Je loopt dus het risico van terugslag, of verbranden van je snijgereedschap. Bij bepaalde houtsoorten zoals Iroko moet je hier goed rekening mee houden.