4.3 Trap­bo­men en trap­tre­den ma­ken

Lamineren en schaven

Bij een aantal grote trappenfabrikanten worden de trapbomen en traptreden door lamineren samengesteld. Hierbij worden de houtdelen om en om verlijmd. Dat wil zeggen: het ene deel hartzijde boven, het andere deel hartzijde onder. Dit om en om verlijmen wordt gedaan om de trede zo min mogelijk te laten vervormen.

Trapbomen afschrijven en op maat maken

De maatvoering van de bomen kun je pas bepalen na het afschrijven van de nesten voor traptreden en stootborden in de boom. Op de plaats waar het welstuk in de boom komt, wordt geen inkrozing gemaakt. Aan de bovenzijde van de boom wordt de maat van het welstuk helemaal uitgekeept. Dit wordt gedaan omdat het welstuk na het stellen aangebracht wordt. Het welstuk kan dan pas gemaakt worden tegen de verdiepingsvloer.

Nesten in een trapboom.
Nesten in een trapboom.

Om de nesten in de bomen aan de onder- en bovenzijde gesloten te houden, maken we de bomen breder. Aan de bovenzijde van de trede wordt meestal een maat van 20 mm toegepast, die we voorhout noemen. Aan de onderzijde komt ook een maat van 20 mm, het achterhout. Het kan zijn dat door de gebruikte houtmaten van deze maat afgeweken wordt. Wordt een stootbord toegepast, dan moet de boom nog breder gehouden worden. Het achterhout wordt dan gemeten vanaf de onderkant van het stootbord.

Vroeger werden de nesten in de bomen volgens bepaalde methodieken handmatig afgeschreven. Na het afschrijven van de bomen kun je de nesten van de bomen uitfrezen, de bomen op breedte maken en de bomen aan de onder- en bovenzijde in de juiste schuinte afkorten. Als laatste handeling maak je de uitkeping in de bomen voor het welstuk.

Voorbeeld van handmatig afschrijven van nesten voor treden en stootborden in bomen.
Voorbeeld van handmatig afschrijven van nesten voor treden en stootborden in bomen.

Tegenwoordig worden deze werkzaamheden niet meer zo uitgevoerd. In een computerprogramma is de afschrijving door de afdeling werkvoorbereiding bepaald en worden de bewerkingen bijvoorbeeld door een CNC-gestuurde bovenfreesmachine uitgevoerd.

Treden op lengte en breedte maken

De breedtemaat van de treden is de som van aantrede en wel. Bij een aantrede van 220 mm en een wel van 50 mm is de totale tredebreedte 270 mm.

De treden kunnen op lengte en breedte gemaakt worden. De lengte van de treden vinden we door de buitenwerkse breedte maat van de trap te verminderen met tweemaal de boomdikte en door bij dit verschil tweemaal de nestdiepte op te tellen.

Lengte van de treden:

buitenwerkse trapbreedte – 2x de boomdikte + 2x de nestdiepte


Voorbeeld

Stellen we de buitenwerkse breedte op 880 mm, de dikte van de bomen op 38 mm en de nestdiepte op 10 mm, dan wordt de lengte van de treden:

  • 880 - (2 x 38) + (2 x 10) = 824 mm

Ronde kanten aan trede maken

Als de treden op lengte en breedte zijn, kun je de voorkanten van de treden en de voorkant van het welstuk voorzien van twee ronde kanten. Deze afronding moet minimaal een straal hebben van 6 mm om een bovenfrees van 12 mm te kunnen gebruiken voor het uitfrezen van de nesten. Doordat de nesten uitgefreesd zijn met een bovenfrees van 12 mm, wordt in de hoeken automatisch een ronde hoek gemaakt. Dit wordt vervolgens ook bij de andere hoeken gedaan. De 12 mm frees kun je ook gelijk voor de stootborden gebruiken.

Weltrede maken

De weltrede wordt afgekort op de breedtemaat van de trap en voorzien van twee ronde kanten aan de voorzijde, een sponning voor het stootbord en een sponning om een goede aansluiting te verkrijgen op de verdiepingsvloer.

De weltrede loopt over de bomen heen en wordt niet ingelaten in de nesten in de boom. Hierdoor wordt de lengte van de weltrede gelijk aan de buitenwerkse breedte van de trap.

De breedte van de weltrede wordt bepaald door de breedte van de wel, de dikte van het stootbord, de stelruimte en minimaal 30-50 mm voor de sponning.

Breedte van het welstuk:

breedte wel + dikte stootbord + stelruimte + minimaal 30 mm voor sponning


In het voorbeeld is de breedte van het welstuk dus:

  • 50 + 12 + 20 + 30 = 112 mm.

Neem het welstuk iets breder en langer, zodat je deze na het stellen precies op maat kunt maken. In verband met de ronde kant die aan de voorzijde van de trede is aangebracht, wordt het welstuk in dit voorbeeld ter plaatse van de boom gemenageerd.

Aansluiting weltrede.
Aansluiting weltrede.

Schuren

De laatste bewerking is het schuren. Alle in het zicht komende kanten, zoals de dagkanten van de bomen, de voorzijde van de treden en het welstuk en de boven- en onderzijde van de treden en het welstuk, kun je nu schuren.