4.3 Spon­ningen aan dag­zijde van kozijnen

Benamingen en afmetingen van sponningen

Benamingen en afmetingen van sponningen.
Benamingen en afmetingen van sponningen.

Sponninghoogte

De sponninghoogte is afhankelijk van verschillende factoren. Zo zijn bijvoorbeeld het ruitoppervlak en of je dubbele of triple beglazing toepast, bepalend voor de sponninghoogte. Ook de hoogte van een gebouw kan bepalend zijn.

Afschuining onderdorpel/tussendorpel

Onderdorpels en tussendorpels worden aan de bovenkant altijd uitgevoerd met een schuin naar buiten aflopend vlak in de sponning. Dit vlak moet minimaal 9 graden zijn afgeschuind. Door die afschuining kan (regen)water dat op dat vlak valt snel afgevoerd worden.

Sponningbreedte

De sponningbreedte wordt bepaald door het einddoel waar het vak in het kozijn voor bedoeld is. Komt er een raam, deur of paneel in en welke beglazing komt er in het vak: enkele, dubbele of triple beglazing? De sponningbreedte van buitensponningen wordt tevens bepaald door de breedte van het kozijnhout. Daarbij geldt het volgende:

  • Als de breedte van het kozijnhout groter is dan 89 mm, maar kleiner dan 100 mm, dan houdt men een sponningbreedte van 51 mm aan.
  • Als de breedte van het kozijnhout groter is dan 100 mm, dan houdt men een sponningbreedte van minimaal 66 mm aan.

Glassponning, deursponning en raamsponning

De naam van een sponning is afhankelijk van wat er in het vak van het kozijn wordt geplaatst. Je krijgt in ieder kozijn wel een raam, deur, dichte vakvulling of beglazing. Het doel van de sponning in een kozijn is een aanslag voor raam, deur, dichte vakvulling of glas te realiseren. Ook in ramen en deuren komen sponningen voor. Meestal zijn deze bedoeld voor het plaatsen van glas. De breedte van de sponning kan variëren en is afhankelijk van datgene wat in de sponning wordt geplaatst. Voor tripelglas heb je meer ruimte nodig dan voor isolatieglas.

Voorbeelden van sponningen voor het opnemen van glas, een deur of een raam.
Voorbeelden van sponningen voor het opnemen van glas, een deur of een raam.

Scharniersponning

Deze sponning kan voorkomen in stijlen en tussenstijlen van kozijnen met buitensponningen. De totale breedte van de buitensponning is 66 – 70 mm. Scharniersponningen worden aangebracht om ruimte te maken voor de knoop van scharnieren.

Scharniersponning in een kozijnstijl.
Scharniersponning in een kozijnstijl.
Kozijnstijl en deurstijl met scharnier.
Kozijnstijl en deurstijl met scharnier.

Omdat een raam of de deur binnen het kozijn valt en de scharnierknoop net voor het raam of de deur komt, moet er ruimte worden gemaakt voor de scharnierknoop. Deze ruimte noemt men de scharniersponning. De hoogte van de scharniersponning is minimaal 5,5 mm en geschikt voor scharnieren met een knoopdiameter tot en met 13 mm. De breedte van de scharniersponning is 16 mm.

Omdat het hang- en sluitwerk tegenwoordig wat zwaarder is uitgevoerd, gebruiken veel timmerfabrikanten een scharniersponning van 8 mm. Hierdoor kunnen alle type scharnieren worden toegepast.

Waterhol

Deze sponning kan voorkomen in bovendorpels en tussendorpels van buitenkozijnen. Een waterhol dient om druipwater van de gevel op de juiste manier van het kozijn af te voeren. Dit druipwater bevat vaak veel vuil en kan inwerken op het glas.

Een waterhol mag ook worden gebruikt als scharnierhol bij klepramen. Door een zogenaamde druiplijst of lekdorpel op de bovendorpel te monteren, kun je hetzelfde effect bereiken als met een waterhol.

Toepassing van waterhol of lekdorpel.
Toepassing van waterhol of lekdorpel.