1.4 Vloer­ele­men­ten

We onderscheiden de volgende soorten vloerelementen:

  • Vloeren als scheiding tussen het maaiveld en de begane grond. Deze vloeren worden bijna altijd in beton uitgevoerd;
  • Vloerelementen als scheiding tussen verdiepingen in een woning (binnenvloerelementen);
  • Vloerelementen als scheiding tussen twee boven elkaar liggende woningen (woningscheidende vloerelementen).

Vloerelementen in de houtskeletbouw zijn van belang voor de draagconstructie en de stabiliteit van een houtskeletbouwwoning.

Het belangrijkste kenmerk van de woningscheidende- en verdiepingsvloerelementen is het houten raamwerk (frame). In het frame van verdiepingsvloeren kunnen sparingen zijn opgenomen voor trappen.

De bovenzijde van het frame wordt bekleed met houtachtig plaatmateriaal zoals OSB (Oriented Strand Board), vochtwerende spaanplaat of triplex (underlayment).

Woningscheidende- en verdiepingsvloeren worden in de timmerfabriek aan de onderzijde meestal afgewerkt met tengels waarna ze op de bouwplaats afgewerkt worden met brandvertragend of brandwerend plaatmateriaal. Verdiepingsvloeren zijn meestal 220 mm dik.

Woningscheidende vloeren worden tussen de balken van het frame altijd voorzien van minerale wol als isolatiemateriaal. Hierbij dient het isolatiemateriaal als geluidsisolatie en warmte isolatie. De dikte van deze vloeren is afhankelijk van de overspanning van deze vloerelementen en de belasting die op deze vloeren komt.

Vloerelement met een sparing voor een trapgat.
Vloerelement met een sparing voor een trapgat.
Opbouw van een vloerelement.
Opbouw van een vloerelement.

Net als bij wandelementen kunnen ook elektraleidingen en -dozen in vloerelementen worden opgenomen.