3.2 Hout­draad

Hout is opgebouwd uit cellen die een langgerekte vorm hebben. De richting waarin de cellen liggen, noemen we de draad van het hout. De draad loopt ongeveer in de lengterichting van de stam. In het mooiste geval loopt de draad precies evenwijdig aan de lengteas van de stam. Het hout is dan op zijn sterkst, de draad wordt namelijk nergens doorsneden.

Over het algemeen wordt rechtdradigheid als een positieve eigenschap beschouwd bij massief hout. Het hout is gemakkelijker en mooier te bewerken en is meestal ook minder aan trekken onderhevig.

Sommige bomen vertonen tijdens hun groei een draaiing om hun lengteas. Hout dat hieruit wordt gezaagd, vertoont ten opzichte van de lengteas een verlopende draad.

Hout met een draadverloop zal tijdens het drogen meestal de neiging hebben om scheluw te trekken. Hout met draaigroei heeft die neiging ook. Scheluw wil zeggen dat het hout om zijn lengteas gedraaid is. Verlopende draad zie je ook rond kwasten, maar dat draadverloop wordt altijd buiten beschouwing gelaten.

Sterk draadverloop door spiraalsgewijs verloop van de in de lengterichting liggende vezels.
Sterk draadverloop door spiraalsgewijs verloop van de in de lengterichting liggende vezels.

Houtdraad kun je zien op het langsvlak. Hieronder zie je de verschillende vormen van draad.

Rechte draad

Scheve draad

Kruisdraad

Warrige draad

Golvende draad