2.1 Vlakken en richtingen in het hout
Een boomstam heeft de vorm van een cilinder. Door het hart van de cilinder loopt in de lengterichting de as.
Elk vlak loodrecht op de as van de boom geeft een dwarsdoorsnede: dwars vlak of kops vlak (axiaal vlak). Deze ‘kopse kant’, of ‘kops hout’, is de kant waar je de groeiringen goed kunt zien.
Een radiaal vlak is het vlak dat door het hart van de boom gaat en evenwijdig loopt aan de lengteas van de boom.
Een tangentiaal vlak is het vlak dat niet door het hart van de boom gaat en evenwijdig loopt aan de lengteas van de boom.
Richtingen axiaal, radiaal en tangentiaal.
De radiale en tangentiale vlakken zijn ‘langsvlakken’ en worden ook ‘langshout’ genoemd. Dit is de zijde waar je de tekening van het hout goed kunt zien.