4.2 Schaven

Een schaaf gebruik je voor het op maat maken en het vlak maken van een houtoppervlak. Met schaven neem je een dun laagje hout weg. Dit dunne laagje hout noemen we een krul.

Er zijn verschillende soorten schaven, geschikt voor verschillende toepassingen. Zo zijn er schaven voor vlak schaafwerk, schaven voor sponningen, profielschaven en schaven voor gebogen werk. We behandelen hier alleen schaven voor vlak schaafwerk, namelijk:

  • De stalen blokschaaf.
  • De sponningschaaf.

Stalen blokschaaf

Vroeger waren blokschaven van hout gemaakt. Tegenwoordig gebruiken we alleen maar stalen blokschaven. De stalen blokschaaf gebruik je voor vlak schaafwerk. De schaaf kun je ook gebruiken voor het schoonschaven van hout en het glad opschaven van hout.

Een stalen blokschaaf is geheel demontabel. De belangrijkste onderdelen zie je in de afbeelding.

Onderdelen van een stalen blokschaaf.
Onderdelen van een stalen blokschaaf.

De meeste stalen blokschaven hebben een verplaatsbare beitelsteun, zodat je de beitelopening of de bek groter of kleiner kunt maken. De beitelsteun is met twee schroeven aan het blok bevestigd. In de beitelsteun zitten sleufgaten, die de bekopening van de schaaf kunnen regelen.

Aan de achterkant van de beitelsteun zit een dieptesteller. Hiermee kun je de beitel naar buiten en naar binnen draaien. Met de dieptesteller regel je dus de dikte van de krul.

Met de rechtsteller kun je de beitel naar links en naar rechts kantelen. De schaafbeitel is volledig van gereedschapstaal en heeft een keerbeitel. De keerbeitel haakt over een stelschroef die in de beitelsteun bevestigd is. De keerbeitel wordt vastgespannen door een hendel met een klemhefboom.

De vouw van de schaafbeitel wordt onder een hoek van 30° geslepen met iets afgeronde hoeken.

De keerbeitel heeft tot taak de krul om te buigen en te breken voor het hout kan inscheuren. De keerbeitel kun je ten opzichte van de schaafbeitel afstellen. Hoe kleiner de afstand, des te sneller zal de krul afbreken. Een grote afstand tussen beitelpunt en keerbeitel geeft een dikkere houtkrul.

Keerbeitel en schaafbeitel.
Keerbeitel en schaafbeitel.

De grepen aan de voor- en achterzijde kunnen van hout of kunststof gemaakt zijn. De stalen schaven zijn verkrijgbaar in verschillende beitelbreedten, maar ook in verschillende lengten.

Het schaafblok is verkrijgbaar in twee uitvoeringen:

  • Met vlakke zool.
    De vlakke zool gebruik je voor het schaven van fijn werk, kopse kanten en schuine kanten. Het nadeel van een vlakke zool is, dat deze wat moeilijker over het hout glijdt. Je kunt dit ondervangen door wat vettigheid (paraffine of kaarsvet) op de zool van de schaaf te smeren.
  • Met geribde zool.
    De geribde zool gebruik je voor het ruwere werk. Het voordeel van een geribde zool is dat schaaf beter glijdt. Je kunt de geribde zool ook gebruiken voor het breken van kanten. Je moet de schaaf dan wel wat schuin houden ten opzichte van de schaafrichting.

Je moet de verschillende onderdelen regelmatig met olie insmeren om roesten te voorkomen.

Stalen sponningschaaf

Je kunt sponningen in het hout met een machine, maar ook met de hand. Voor het schaven van sponningen met de hand gebruik je een sponningschaaf. De stalen sponningschaaf is zowel geschikt voor het schaven van doorlopende sponningen als voor het schaven van niet-doorlopende sponningen.

De stalen sponningschaaf bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdelen van een stalen sponningschaaf.
Onderdelen van een stalen sponningschaaf.

Verder heeft de schaaf bij de dieptegeleider een klein mesje (voorsnijder), dat er voor zorgt dat de houtvezel doorgesneden wordt zodat de beitel het hout niet kan scheuren.

De beitel van een stalen sponningschaaf moet zuiver recht en haaks geslepen zijn. De beitel moet aan de zijde van de dieptegeleider gelijk staan met de schaaf. Als de beitel binnen de zijkant van de schaaf valt kun je geen mooie strakke sponning schaven. Er ontstaan dan ‘trapjes’ na elke schaafbeweging. Dit wordt tandvlees genoemd.

Voor het instellen van de diepte en de breedte van de gewenste sponning kun je een diepte geleider en een breedte geleider instellen. Je kunt deze gemakkelijk verstellen met een vleugelschroef. De diepte stel je in door de maat te meten van de onderkant beitel tot de onderkant dieptegeleider. De breedte stel je in door maat te meten van de zijkant beitel tot de breedtegeleider. Door de geleiders goed tegen het te bewerken hout aan te houden wordt de sponning goed op maat en haaks geschaafd.

Het gebruik van schaven

Voordat je gaat schaven, is het belangrijk dat je een goede houding aanneemt. Je doet dit als volgt (voor linkshandigen is de omgekeerde houding van toepassing):

  1. Ga met je linkervoet iets naar voren staan.
  2. Ga met je rechtervoet ongeveer evenwijdig aan de werkbank staan.
  3. Zet je linkerhand zo op de voorkant van de schaaf, dat de opening vrij blijft.
  4. Zet je rechterhand op het afgeronde achterstuk en je rechteronderarm in het verlengde van de schaaf.
  5. Als je een goede positie hebt ingenomen, kun je beginnen met schaven:
  6. Schaaf een rechte streek. Druk eerst op de voorkant van de schaaf. Verdeel daarna de druk over de hele schaaf. Eindig met wat meer druk op de achterkant van de schaaf.
  7. Als je gaat schaven is het belangrijk dat je met de draad mee schaaft. Als je tegen de draad in schaaft, zul je stukken uit het hout trekken omdat het hout eerder inscheurt dan de beitel zal kunnen snijden.
  8. Houd tijdens het schaven altijd je lichaam achter de schaaf en buig bij elke schaafstreek mee naar voren. Ga gedurende het schaven dus nooit naast de schaaf staan, want dan maak je een maaibeweging.
  9. Licht aan het einde van de streek de schaaf licht op, zodat de krul afbreekt.
  10. Haal de schaaf terug met de voorkant over het hout.
  11. Schaaf een nieuwe streek en herhaal dit totdat je klaar bent.
  12. Controleer na het schaven met de hand het resultaat. Ga er met een rechte lat overheen en kijk of het oppervlak recht en glad is.

Als je een schaaf tijdelijk niet gebruikt, leg de schaaf dan op zijn kant weg om te voorkomen dat deze bot wordt. Gebruik je een schaaf gedurende een lange tijd niet, zet dan de beitel terug in de schaaf.